ARTIST INFO NEIL YOUNG (US) blog tour 2008 my space |
CONCERT REVIEW Levende legende Neil Young, 62 ondertussen, aan het werk zien. Er bestaan minder aangename dingen in het leven om je dinsdagavond te vullen. Het was inderdaad niet makkelijk om aan tickets te raken – de eerste dag was op een kwartier uitverkocht vertelde men mij – maar geduld (toch een mooie eigenschap niet?) en eindeloos blijven inloggen op de desbetreffende site leverde uiteindelijk het gewenste resultaat op. Plaats van het gebeuren de imposante Stadsschouwburg van Antwerpen. Knappe zaal met dito akoestiek. En uitstekend zicht op het podium ook al zat je, zoals wij, helemaal bovenaan in de nok. Geen plaats voor hoogtevreeslijders maar soit de ‘pluchen’ zetels voelden comfortabel en relaxed aan. Waren het de goedzittende stoelen of haar vertolking maar tijdens het voorprogramma – Neil’s echtgenote Pegi Young – werden onze oogleden zwaar en dreigden we in te dommelen op de countrydeuntjes die madam Young ons bracht. Ze kreeg nochtans muzikale bijstand van Neil’s Crazy Horse buddies Ben Keith op pedal-steel en Rick Rosas op akoestische bas. Ook Anthony Crawford was verdienstelijk op achtereenvolgens gitaar, mandoline en mondharmonica. Toch kreeg ik er warm noch koud van. Pegi kwam haar titelloze debuut-cd voorstellen maar ik vrees dat men haar steeds zal herinneren als zijnde de vrouw van de meester en niet als muzikante. Maar wie niet waagt, niet wint natuurlijk! Na een kleine pauze was het de beurt aan diezelfde meester. Omringd door een zestal akoestische gitaren, een banjo, een frivool beschilderde vleugelpiano en een orgel ging de Canadese superster solo, maar sterk van start met “From Hank To Hendrix”. Hiermee was meteen de toon van de avond gezet. De persberichten over dag één waren aan de lauwe kant maar Neil toonde zich dinsdagavond in grote doen. Als een kind in een snoepwinkel – besluitloos en twijfelend welk snoepje (in dit geval instrument) te nemen – slenterde hij langs z’n instrumentarium. Even voelen aan een gitaar, vervolgens z’n vleugel betasten om dan toch weer te besluiten een andere gitaar en mondharmonica in te pluggen en feilloos een nummer in te zetten. Of het nu “Cowgirl In The Sand”, “Harvest” of de minder bekende songs als “Sad Movie” waren, steeds weer kreeg de artiest het publiek, ons incluis, stil van bewondering. Het moment van de avond, voor mij althans, kwam toen Neil zich achter z’n orgel schaarde en een sublieme versie van “After The Goldrush” de zaal inslingerde. Wegdromen, mijmeren, gedachten glijden weg en worden herinneringen - aan vervlogen tijden – aan verloren liefdes – balanceren tussen spijt en hoop. Deze akoestische set maakte heel wat emoties los. Mijn knieën werden er ‘mals’ van. Neil maakte een ontspannen indruk en z’n bindteksten waren grappig en gevat. Zo merkte hij schalks op dat er heel wat jeugdig publiek in de zaal zat. Luidop vroeg hij zich af of ze hun papa’s vergezelden? Dit kon tellen als intro voor de song “Old Man”! De aanwezigheid van het ‘jonge’ volkje had heel wat andere redenen. Dit werd duidelijk tijdens het tweede, elektrische, luik. Akoestisch fragiel en breekbaar, maar éénmaal – geruggensteund door z’n Crazy Horse partners in crime van het eerste uur – de elektrische Gibson rond de nek, ontbond hij al z’n duivels. Hij deed zijn bijnaam ‘Grunge-Goeroe’ alle eer aan. Hier werd duidelijk waarom Pearl Jam en Nirvana destijds dweepten met zijn muziek. Ooit ging hij zelfs met de eersten op tournee en waren ze te gast op het – toch wel – alternatieve Pukkelpop. “Cinnamon Girl”, “Don’t Cry” en “Dirty Old Man” passeerden de revue, maar het was vooral de lange uitgesponnen versie van “Cortez The Killer” die indruk maakte. Neil, Rick, Ben en Ralph Molinas, kortom Crazy Horse, dicht bij elkaar gekropen op pakweg enkele luttele vierkante meters, solerend dat het een lieve lust was. Een beeld dat in mijn geheugen gegrift staat om er nooit meer te verdwijnen. Neil had ook aan het visuele aspect gedacht. Terwijl de muzikanten het beste van zichzelf gaven vooraan op het podium, kon Eric Johnson, roadmanager annex kunstschilder, zich uitleven op allerhande doeken en schilderijen die hij songsgewijs voorstelde op een schildersezel aan de zijkant van het podium. Achteraf vernamen we dat deze werken te koop werden aangeboden en de opbrengst naar een goed doel verkaste. Mooi gebaar van deze toch wel sociaal bewogen maar tevens eigenzinnig artiest. Apotheose tijdens de bisronde met het overbekende “Keep On Rockin’ In The Free World” waarbij Pegi het gezelschap kwam vervoegen. Klokslag middernacht – Neil had woord gehouden want hij beloofde ons een drie uren durend spektakel – floepten de lichten in de zaal aan en werden we abrupt in de realiteit gedumpt. Geen “Like A Hurricaine”, “Heart Of Gold” of z’n aan z’n Déja Vu schatplichtige periode “Helpless”. Maar niet gemaald want er waren pareltjes genoeg aan bod gekomen. Mijn, op de valreep opgetrommeld, gezelschap – vooraf naar eigen zeggen niet echt wild van Neil Young – was serieus onder de indruk van dit – toch wel – memorabel concert. Of waren het de, met liefde, bereide broodjes die hun werk deden? Achteraf, napratend in ons geliefde stametablissement, met een koude ‘Jup’ binnen handbereik, beseften we echter dat we getuige geweest waren van een uniek en tijdloos spektakel. Een concertbelevenis om in te kaderen! Thanx Neil en ‘Keep On Rockin’” !! Huibbe |